Marokkaans criossants

Stap1

Bereid eerste het deeg: Zet een grote schaal enkele minuten in de koelkast zodat deze goed koud wordt. Doe de bloem en de in stukjes gesneden boter erin, samen met het zout. Werk de ingredienten snel dooreen. Giet er in één keer 3 eetl. ijskoud water over. Kneed het deeg snel en krachtig. Rol het deeg in een bal en als het brokkelt, besprenkelt u het met wat ijswater, telkens met enkele druppels tegelijk totdat het deeg lichtjes elastisch is gfeworden. Laat het deeg 1 uur op een koele plaats rusten.

Terwijl het deeg rust, bereidt u de vulling: Leg de amandelen op een ovenplaat endroog ze in de oven in enkele minuten. Als ze mooi goudbruin van kleur zijn, doet u ze in de mixer of stampt ze fijn in een mortier.

Werk de suiker, het hele ei, de helft van het oranjebloesemwater en het kaneel er zorgvuldig door.

Trek het deeg uiteen enrol het uit met de deegroller tot een plak van 2 mm dikte. Snijd met een scherp mes of deegradertje het deeg in vierkantjes van 7 a 8 cm vierkant.

Leg de vierkantjes deeg met een punt naar boven gericht voor u op het werkblad en schep op de bovenste punt een 1/2 eetl vulling. Voerm een soort worstje van 5 cm lang van de vulling. Vouw de bovenste punt nu over de vulling en rol het deeg op in de vorm van een criossant. Druk de uiteiden stevig toe, Zodat de vulling er niet uit kan lopen.

Leg de rolletjes op een (niet ingevette) ovenplaat en vouw ze in de vorm van een croissant. Leg ze niet de dicht tegen elkaar.

Maak met een naald enkele gaatjes in de criossants en zet ze 20 min. in een tamelijk lauwe oven (150?C, thermostaat 4/5)

Als ze mooi goudbruin zijn gebakken, neemt u ze uijt de oven en legt ze op een taartrooster. Besprenkel ze met de rest van het oranjebloesemwater.
Rol elke croissant door de glaceersuiker ( kan ook poedersuiker of basterdsuiker in fijn malen). e leg ze weer op het rooster. Serveer ze koud.